Dominosteentje

Opinie: Naima Charkaoui

Toen in 2019 mijn boek ‘Racisme: over wonden en veerkracht’ uitkwam, was mijn droom dat mensen met het boek aan de slag zouden gaan. Het boek zou enkele algemene inzichten meegeven, die anderen verder zouden vertalen naar verschillende sectoren en situaties, naar concrete projecten en tools. Zoals één dominosteentje een volgend dominosteentje doet vallen, en dan weer een volgend,  enzovoort.

Het is natuurlijk ambitieus – misschien zelfs pretentieus – om dat te verwachten van een boek. Toch kwamen er sindsdien een aantal zaken in beweging. Enkele jaren geleden werd racisme nog doodgezwegen of weggewuifd als “relatief”. Organisaties die werk wilden maken van gelijke kansen voor iedereen, gingen in een brede boog om het probleem heen en spraken liever over ‘diversiteit’. Vandaag staat racisme eindelijk weer hoger op de maatschappelijke agenda, dankzij de organisaties en activisten die met tomeloze inzet racisme bléven aankaarten. Zo klonk ook in ons land luid en breed de slogan ‘BlackLivesMatter’ na de schandelijke dood van Georges Floyd in de Verenigde Staten in 2020.  

We hebben racismewijsheid nodig

In mijn boek breek ik een lans voor meer aandacht voor ‘slachtoffers’ van racisme. Niet vanuit een verkeerd begrepen invulling van slachtofferschap, die het associeert met passiviteit en doelloos geklaag. Wel vanuit de objectieve vaststelling dat racisme leidt tot wonden, en bewust werken aan veerkracht dus nodig is om te vermijden dat die wonden gaan etteren, alleen maar erger worden.

Een van de basisstrategieën voor veerkracht is inzicht in racisme en vaardigheden om ermee om te gaan – ‘racismewijsheid’ noem ik dat. Wie een vooroordeel over de eigen groep als dusdanig herkent, zal het niet zomaar voor waarheid aannemen en beschermt dus zijn zelfbeeld. Wie geleerd heeft hoe te reageren op racisme, zal zichzelf niet telkens weer verwijten dat ze ‘verkeerd’ reageerde: te boos of te braaf, te ernstig of te luchtig enz. Maar ook: wie als slachtoffer van racisme beseft dat de verantwoordelijkheid om racisme uit de wereld te helpen niet op de persoonlijke schouders rust, zal milder zijn tegenover zichzelf wanneer een reactie op een racistisch voorval niet volgens het gewenste script verliep.

Niet alleen mensen uit minderheidsgroepen hebben racismewijsheid nodig. In onze huidige samenleving, waarin racisme zowel in zijn strafbare als in zijn meer subtiele uitingsvormen een ingebakken realiteit is, heeft iedereen racismewijsheid nodig als basiscompetentie. Om bij te dragen aan de veerkracht van mensen in de eigen omgeving die met racisme te maken hebben, zoals familie en vrienden. Maar ook professionals – van sociaal werkers tot politieagenten, van leerkrachten tot  verplegers – kunnen niet zonder deze competentie.

Ik ben dan ook heel blij dat organisaties als Avansa Limburg de uitdaging aangaan om activiteiten te ontwikkelen rond racismewijsheid. En een uitdaging is dat zeker. Er liggen geen kant en klare pakketten en er staan geen hele legers consultants klaar als het gaat om racismewijsheid. Het is een stuk pionierswerk, wat betekent dat je tijd moet nemen om te zoeken, durven proberen en niet bang zijn om fouten te maken. Racisme is ook bij uitstek een beladen onderwerp. Er komen veel emoties bij kijken, zowel bij mensen die keer op keer botsen op racisme als bij mensen die zich aangevallen voelen als (onbedoeld) racisme in hun woorden of daden wordt aangekaart.  

Aan de slag vanuit betrokkenheid

De kritische vraag kan komen of een overwegend ‘witte’ organisatie wel de legitimiteit heeft om dat onderwerp aan te snijden? Mijn antwoord hierop is volmondig ja. Al te vaak denken organisaties dat ze éérst een kleurige werkvloer moeten hebben, voor ze aan de slag kunnen rond een onderwerp als racisme. De evolutie richting een meer inclusieve werkvloer verloopt tergend traag, en dus laten ze zich verlammen door hun homogeen samengesteld team. Maar racisme is bij uitstek een onderwerp waar veel ‘wit huiswerk’ bij komt kijken. Huiswerk dat niet moet verschoven worden naar die (toekomstige) collega van kleur.

Het is wel belangrijk om de mensen die zelf met racisme te maken hebben bij het initiatief te betrekken en die inbreng ook te valoriseren. Het zou bijvoorbeeld nogal bitter zijn als projecten die willen sensibiliseren rond racisme als kwetsend worden ervaren door mensen met een migratieachtergrond. Overigens blijft het natuurlijk nodig om tegelijk op een ambitieuze manier werk te maken van een diverser team.

Betrokkenheid gebeurt ook via getuigenissen: deze blijven een krachtige manier om racisme op een doorleefde manier over te brengen naar mensen die er zelf niét mee te maken hebben. Getuigen over racisme-ervaringen vraagt soms wel veel van mensen: het is niet evident je kwetsbaarheid te delen op een publiek forum. Maar ook in de private sfeer is het vermoeiend telkens weer gevraagd te worden: ‘heb je zelf al met racisme te maken gehad? Vertel eens?’. Hopelijk kan het bundelen en delen van deze verhalen ertoe bijdragen dat mensen zich niet genoodzaakt voelen om telkens weer hun eigen verhaal te delen als ze daar geen zin in hebben.

Ook het beschikbaar maken van informatie, het organiseren van vormingen enzovoort maakt dat mensen van kleur en antiracisme-activisten de zware opdracht om onze samenleving te bevrijden van racisme niet alleen op hun schouders moeten dragen.

Van passieve niet-racisten naar actieve anti-racisten

Maar heeft dat allemaal wel zin, bereiken we met dit soort initiatieven niet alleen de (weinige) overtuigden? Zelf ben ik er rotsvast van overtuigd dat we nog veel vooruitgang kunnen boeken. Als we ons blindstaren op de luide, agressieve roepers op sociale media, zinkt de moed ons wel eens in de schoenen. Toch zijn er heel veel mensen die zichzelf beschouwen als niet-racistisch. Op mijn lezingen vertellen telkens weer mensen dat ze meer en beter willen reageren tegen racisme – bij familie of onder collega’s bijvoorbeeld – maar niet goed weten hoe ze dat moeten doen. En dus maar zwijgen. Door hen te versterken kunnen mensen zich transformeren van passieve zogenaamde niet-racisten, naar actieve anti-racisten.

De initiatieven rond racisme van Avansa Limburg kunnen hiertoe bijdragen. Ze kunnen zo ook een dominosteentje zijn, dat op zijn beurt weer anderen aanzet om zich in te zetten tegen racisme. Zo kan anti-racisme zich verspreiden als een olievlek en leiden tot transformatie van de samenleving.

Naima Charkaoui werkt sinds 2001 rond mensenrechten, ongelijkheid en racisme. Ze stond ruim 10 jaar aan het hoofd van het Minderhedenforum, werkte nadien in de kinderrechtensector en momenteel bij 11.11.11. Ze schreef twee boeken: ‘Racisme: over wonden en veerkracht’ (2019) en ‘Het opengrenzenmanifest’ (2021).